Bijna niemand is tevreden met zijn of haar gewicht, de meeste mensen vinden dat ze minder of meer moeten wegen. De grootse reden is het uiterlijk.
Overgewicht en ondergewicht zijn beide gevaarlijk voor de gezondheid. Vooral overgewicht is een steeds groter wordend probleem. Het gewicht van de wereldbevolking groeit dramatisch. Overgewicht komt vooral voor bij vrouwen, arme en donkere mensen.
Ontstaan van overgewicht
Wanneer er meer energie binnenkomt dan het lichaam verbrand wordt het overschot aan energie opgeslagen in de vetcellen. Hoe meer vetmassa een persoon heeft, hoe groter en hoe meer vetcellen zich in het lichaam bevinden. De groei van deze cellen vind vooral plaats in het begin van de puberteit. De vetcellen zetten uit wanneer ze gevuld worden met vetdruppels, wanneer ze hun maximale grote bereikt hebben kunnen ze splitsen. Wanneer iemand afvalt wordt de vetcel kleiner, maar het aantal slinkt niet. Mensen met meer vetcellen komen sneller aan. Wanneer het lichaam in de groei is, is het heel erg belangrijk om overgewicht tegen te gaan, dat is de periode dat vetcellen in het lichaam aangemaakt worden.
het metabolisme van de vetcel.
Het enzym LPL zorgt ervoor dat vet opgeslagen wordt in vethoudende en spiercellen. Mensen met een hoge LPL activiteit kunnen makkelijker vetmassa opslaan. LPL staat in verband met het aantal vetcellen, mensen met overgewicht hebben meer vetcellen en dus ook meer LPL activiteit dan slanke mensen. Hierdoor heeft extra energieinname meer impact bij mensen met overgwicht.
Er zijn verschillen in de zones waar het lichaam de vetmassa afbreekt. Het onderste deel van het lichaam is minder actief dan het bovenste deel in de afbraak van de vetmassa. Het is dus moeilijker om vetmassa te verliezen rond de heupen dan rond de romp.
Enzym activiteit kan ook verklaren waarom mensen die gewicht verliezen weer zo makkelijk aankomen. Nadat iemand veel is afgevallen, stijgt de LPL activiteit, waardoor het enzym er voor zorgt dat het lichaam meer vetmassa gaat opslaan. Hierdoor is het lichaam na het afvallen constant in gevecht tegen de vetopslag.