Het lichaam heeft kalium nodig voor de vochthuishouding, samen met natrium zorgt het ervoor dat het lichaam niet teveel vocht vasthoudt maar ook niet teveel verliest. Daarnaast is kalium belangrijk om zenuwprikkels door te geven en voor het samentrekken van de spieren. Ook regelt kalium, wederom samen met natrium de bloeddruk.
Van nature komt kalium voor in verse voedingsmiddelen zoals groente, fruit, aardappelen, brood, melk, peulvruchten en noten. Omdat het in veel producten voor komt krijgt het lichaam bij een gevarieerde voeding voldoende kalium binnen. Het lichaam is zelf in staat om de hoeveelheid kalium op een goed niveau te houden, als er teveel binnenkomt wordt dat vanzelf uitgeplast en als er te weinig binnenkomt houdt het lichaam alles vast.
Als je toch te weinig kalium binnenkrijgt kun je last krijgen van misselijkheid, spierkrampen of spierpijn.
Tip: Om de hoeveelheid kalium in het lichaam zo constant mogelijk te houden is het belangrijk om voldoende te drinken. Zorg daarom altijd voor minimaal 1,5e liter vocht per dag.